Per 1 januari 2016 zijn overheidslichamen vennootschapsbelastingplichtig, voor zover zij met een activiteit een onderneming drijven. Voor de Vpb is sprake van een onderneming, indien cumulatief sprake is van:
- een duurzame samenwerking van kapitaal en arbeid; en
- waarmee wordt deelgenomen aan het economisch verkeer; en
- waarmee winst wordt beoogd (het winstoogmerk wordt geacht reeds aanwezig te zijn indien structureel overschotten worden behaald of als incidenteel overschotten worden behaald en in concurrentie wordt getreden).
Het doel van de invoering van de Vpb-plicht is het scheppen van een gelijk speelveld tussen private en overheidsondernemingen.
De aangiften over de belastingjaren tot en met 2022 zijn ingediend en vastgesteld door de Belastingdienst. In 2023 zijn er afspraken vastgelegd met de Belastingdienst voor de jaren 2018 tot en met 2022. De aangifte voor 2023 is onderhanden. Voor het jaar 2024 is er een voorlopige aanslag betaald van € 118.000. Het definitieve te betalen bedrag vennootschapsbelasting over 2024 wordt bekend bij het opstellen van de Vpb-aangifte 2024. Wij verwachten een aanvullend te betalen bedrag van € 157.000 voor 2024.