Om het weerstandsvermogen te berekenen, dienen we naast een inventarisatie van de risico’s, de weerstandscapaciteit te berekenen. De weerstandscapaciteit bestaat uit de volgende drie componenten:
- Vermogensruimte (reserves);
- Weerstandscapaciteit:
- Structureel: onbenutte belastingcapaciteit en stelpost voor onvoorziene uitgaven;
- Incidenteel: vrij aanwendbare deel van de algemene reserve en stille reserves.
1. Vermogensruimte
Berekening vermogensruimte (x € 1.000) | Bedrag |
---|---|
Stand algemene reserve per 31-12-2024 | 61.510 |
Rekeningresultaat 2024 ten gunste van de algemene reserve | 6.879 |
Geraamde dotaties/ onttrekkingen aan de algemene reserve 2025 | 9.583 |
Totale vrije vermogensruimte | 77.972 |
2. Weerstandscapaciteit
Berekening weerstandscapaciteit (x € 1.000) | Bedrag |
---|---|
Onbenutte belastingcapaciteit: | |
| 0 |
| 67 |
| 333 |
Stelpost voor onvoorziene uitgaven | 250 |
Subtotaal structurele belastingcapaciteit | 650 |
Vrij aanwendbare deel algemene reserve | 77.972 |
Stille reserves | pm |
Subtotaal incidenteel | 78.622 |
Totale weerstandscapaciteit | 78.622 |
De onbenutte belastingcapaciteit (bij deze berekening € 400) is een instrument dat ons de mogelijkheid geeft om extra belastinginkomsten te genereren.