Jaarrekening 2024

I Balans en Toelichting

Uitzettingen < 1 jaar (x € 1.000)

31-12-2024

31-12-2023

Vorderingen op openbare lichamen

12.021

13.728

Rekening-courant verhouding met het Rijk

62.217

31.243

Belastingen

2.887

2.985

Overige vorderingen

7.756

6.156

Voorziening dubieuze debiteuren

-326

-345

Totaal

84.555

53.768

De uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar (vorderingen) waarderen wij tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening is bepaald op basis van een combinatie van statische en dynamische waardebepaling.

Debiteuren sociale zaken

In het bedrag van overige vorderingen zit aan debiteuren sociale zaken:

786.680

a. vorderingen waarvoor per 31-12-2024 de afwikkeling tgv de gemeente komt

2.089.013

b. vorderingen waarvan we bij ontvangst het rijksaandeel moeten doorbetalen

154.929

c. Tozo vorderingen

109.018

2.352.961

Voorziening dubieuze debiteuren voor vorderingen onder a.

-1.312.623

Voorziening dubieuze debiteuren voor vorderingen onder b.

-113.771

Voorziening dubieuze debiteuren voor vorderingen onder c.

-91.091

Totaal voorzieningen

-1.517.485

Doorbetalingsverplichting: 75% van de vorderingen onder b. (minus de voorziening)

-30.869

Terugbetalingsverplichting dubieuze debiteuren voor vorderingen onder c. (minus de voorziening)

-17.927

Totale doorbetalingsverplichting

-48.796

-1.566.281

786.680

Schatkistbankieren

Sinds 1 januari 2014 is het voor decentrale overheden verplicht om geld wat over is tijdelijk te stallen in de schatkist van het rijk. Op het moment dat we het geld nodig hebben nemen we dit weer op. Om te bepalen of een gemeente overtollige liquiditeiten naast de gelden voor het normale betalingsverkeer aanhoudt, geldt een drempelbedrag dat is gebaseerd op het begrotingstotaal van de gemeente.
Vanaf 1 juli 2021 is de drempel voor gemeenten voor het verplicht schatkistbankieren verhoogd van 0,75% naar 2% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar. Het minimum drempelbedrag is ook verhoogd van € 250.000 naar € 1.000.000.

Deze drempelwaarde was in 2024 € 4.538.000.

In 2024 is het gemiddelde drempelbedrag niet overschreden, zie hiervoor de tabellen hieronder.

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren 2024 (bedragen x € 1000)

Verslagjaar

(1)

Drempelbedrag

4.538

Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

(2)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

-

-

-

-

(3a) = (1) > (2)

Ruimte onder het drempelbedrag

4.538

4.538

4.538

4.538

(3b) = (2) > (1)

Overschrijding van het drempelbedrag

-

-

-

-

(1) Berekening drempelbedrag

Verslagjaar

(4a)

Begrotingstotaal verslagjaar

226.896

(4b)

Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen

226.896

(4c)

Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat

(1) = (4b)*0,02 + (4c)*0,002 met een minimum van €1.000.000 als het begrotingstotaal kleiner of gelijk is aan 500 mln. En als begrotingstotaal groter dan € 500 miljoen is is het drempelbedrag gelijk aan € 10 miljoen, vermeerderd met 0,2% van het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat.

Drempelbedrag

4.538

(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

(5a)

Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil)

-

-

-

-

(5b)

Dagen in het kwartaal

91

91

91

92

(2) - (5a) / (5b)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

-

-

-

-

Deze pagina is gebouwd op 05/22/2025 11:56:28 met de export van 05/15/2025 15:56:40